Je kijkt vast wel eens in de spiegel. Om te kijken of je haar goed zit. Of om je outfit te inspecteren. Misschien ook om te zien of die wallen er nog zitten. Een spiegel gebruiken we met name om onszelf te zien en daar waar nodig aanpassingen te doen.
Toch kijken we niet altijd vaak genoeg in de spiegel van onze (werk)patronen. We staan niet altijd stil bij wat we doen en waarom we dat doen. Terwijl er enorm veel kracht zit in het toepassen van reflectie. Het geeft je namelijk zicht op wat er goed gaat en wat je morgen anders kunt doen.
Je kunt altijd kiezen om het morgen anders te doen
Ik vergelijk de werkomgeving ook wel eens met een schaakspel. Het moeilijke van schaken is, dat het spel zo onvoorspelbaar is. Je weet nooit welke zetten je tegenstander bedenkt. Tegelijkertijd is dat ook het mooie van het spel. Je kunt, te allen tijde, je strategie opnieuw bepalen.
Ook in je werk ben je regelmatig afhankelijk van de zetten van je collega’s, je klanten of je partners. Soms verliezen we ons in al die vragen en hebben we geen grip meer op ons eigen werk of onze eigen agenda.
Maar net als in het schaakspel kun je altijd kiezen voor een nieuwe strategie. Dat betekent wel even de tijd nemen om naar achteren te stappen en te reflecteren op je zetten.
Terugkijken op je werkweek
Ik doe dat vaak aan het einde van mijn werkdag. Ik neem dan tijd om terug te kijken: wat ging er goed en wat kan er beter? Om vervolgens te bedenken wat ik de volgende dag anders ga doen.
Een nieuwe dag, een nieuwe zet.
Wat ga jij morgen anders doen?